Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • strek·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strekking strekkingen
verkleinwoord strekkinkje strekkinkjes

Zelfstandig naamwoord

de strekkingv

  1. het gebied waarover het zich uitstrekt, betekenis, teneur.
  2. de bedoeling, het doel
  3. beloop, richting
  4. (geologie) richting van een geologische laag zijnde de hoek tussen het noorden en de snijlijn met het horizontale vlak
  5. (politiek, België) vleugel van een partij.
    • Kevin McCarthy werd weggestemd door de conservatieve strekking binnen de Republikeinse partij.  
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be