Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trend
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘tendens’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord trend trends
verkleinwoord trendje trendjes

Zelfstandig naamwoord

de trendm

  1. richting waarin zich iets ontwikkelt
  2. nieuwe mode
     Wandelstokken? Inderdaad, ik was met de trend meegegaan en had een paar Leki Thermalite-wandelstokken aangeschaft. Deze deden ook dienst als tentpalen, twee vliegen in een klap dus. In totaal scheelden deze multifunctionele stokken mij 350 gram aan gewicht.[3]
     De NOS, elke talkshow, elke krant heeft nu een gossiprubriek. Het gaat om mensen; daar zijn ze veel te laat achter gekomen. Het gaat erom de trends vóór te zijn. Op tv met TV Privé had ik al huwelijksbemiddeling, plastische chirurgie, metamorfoses. Later kreeg je All You Need Is Love en de make-overprogramma’s, toen gingen ze het allemaal doen. Die pagina in De Telegraaf was ook vernieuwend, zoals de krant altijd voorop heeft gelopen. Sjuul Paradijs, sinds dit jaar hoofdredacteur, doet het ook heel goed, dat is ook een vernieuwer.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "trend" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. trend op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  4.   Weblink bron “‘Theater is emotie, maar je moet wel zakelijk blijven’” (04/09/2009), HP de Tijd
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Pools

Uitspraak
  • IPA: /trɛ̃nt/
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

trend m

  1. trend, tendens; richting waarin zich iets ontwikkelt
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Slowaaks

Uitspraak
Woordafbreking
  • trend
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

trend m

  1. trend, tendens; richting waarin zich iets ontwikkelt
Synoniemen
Afgeleide begrippen


Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • trend
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels

Zelfstandig naamwoord

trend monbezield

  1. trend, tendens; richting waarin zich iets ontwikkelt
    «Existuje celá řada předpovědí, podle nichž propast mezi bohatými a chudými částmi světa se při současném trendu bude zvyšovat.»
    Er bestaat een reeks voorspellingen, volgens welke de kloof tussen de rijke en arme delen van de wereld zich volgens de huidige trend zal vergroten.
Verbuiging
Synoniemen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Verwijzingen

Meer informatie