trendy

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  trendy    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• tren·dy

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	trendy	trendyer	trendyst
verbogen			trendyste
partitief	trendy's	trendyers	-

Bijvoeglijk naamwoord

trendy

1. volgens de nieuwste trend

   • Het trendy meisje had iedere week weer nieuwe kleren. 

Synoniemen

• modieus, eigentijds, hip

Gangbaarheid

• Het woord trendy staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trendy" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /trɛndɪ/

Woordafbreking

• tren·dy

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van trend

Zelfstandig naamwoord

trendy monbezieldmv

1. trend; nieuwe mode

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	–	trendy
genitief	–	trendů
datief	–	trendům
accusatief	–	trendy
vocatief	–	trendy
locatief	–	trendech
instrumentalis	–	trendy

Zelfstandig naamwoord

trendy

1. nominatief meervoud van trend
2. accusatief meervoud van trend
3. vocatief meervoud van trend
4. instrumentalis meervoud van trend