Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • punts·ge·wijs
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van punt met het achtervoegsel -gewijs en met het invoegsel -s-.
stellend
onverbogen puntsgewijs
verbogen puntsgewijze
partitief puntsgewijs

Bijvoeglijk naamwoord

puntsgewijs

  1. per punt gedaan
    • Een puntsgewijze afhandeling was de gewoonte. 
Vertalingen

Bijwoord

puntsgewijs

  1. op een puntsgewijze manier
    • De agenda werd puntsgewijs afgehandeld. 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be