• ty·po·gra·fie
  • In de betekenis van ‘boekdrukkunst’ voor het eerst aangetroffen in 1658.[1]
  • Leenwoord uit Frans typographie, samenstelling uit Oudgrieks týpos (τύπος) ‘slag, zegel-, letterafdruk’ + internationaal achtervoegsel -graphie ‘beschrijving’.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord typografie typografieën
verkleinwoord - -

de typografiev [3]

  1. boekdrukkunst
  2. (typografie) de esthetisch-technische vormgeving van een boek of ander drukwerk, waaronder o.a. de keuze van lettertypen, regelafstand en witruimte
96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


  • IPA: /tɪpɔgrafɪjɛ/
  • ty·po·gra·fie

typografie v

  1. typografie, boekdrukkunst
  2. (typografie) typografie; de vormgeving in druk