aanspeelpunt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspeelpunt (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanspelpʏnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·speel·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanspeel ww en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanspeelpunt | aanspeelpunten |
verkleinwoord | aanspeelpuntje | aanspeelpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het aanspeelpunt o
- (sport) plek waar een speler makkelijk kan worden aangespeeld
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspeelpunt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.