Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pun·ten·rij·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puntenrijbewijs puntenrijbewijzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het puntenrijbewijso

  1. (verkeer) rijbewijs dat wordt afgenomen als men een voldoende aantal ernstige, met strafpunten gewaardeerde overtredingen heeft begaan

Meer informatie

Gangbaarheid