Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·spreek·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanspreekpunt aanspreekpunten
verkleinwoord aanspreekpuntje aanspreekpuntjes

Zelfstandig naamwoord

het aanspreekpunto

  1. plek waar een persoon van een instantie aanwezig is die men (op iets) kan aanspreken

Gangbaarheid