• keer·punt
enkelvoud meervoud
naamwoord keerpunt keerpunten
verkleinwoord keerpuntje keerpuntjes

het keerpunto

  1. plaats waar men om moet of kan keren
     Bij het laatste keerpunt in het water bij Odaiba, een kunstmatig eiland in de baai van Tokio, lag Sharon van Rouwendaal voor een op haar ongewone positie. Als vierde ging ze om de gele boei, op een armlengte achterstand van de Braziliaanse Ana Marcela Cunha. Het was een bewuste keuze geweest, zo zei de 27-jarige openwaterzwemster na de race tegen de NOS.[2]
  2. moment waarop een ontwikkeling blijvend en ingrijpend van richting verandert
     Dit is een keerpunt in de wereldgeschiedenis. Rusland is vanaf nu een vijand.[3]
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Jelmer Kos
    “Na 10 kilometer zwemmen is het verschil tussen goud en zilver minder dan een seconde” (4 augustus 2021) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron “De rancuneuze dictator Poetin heeft iedere rationaliteit verloren” (24 feb 2022) op nos.nl
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be