winstpunt

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  winstpunt    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• winst·punt

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  winst  en  punt 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	winstpunt	winstpunten
verkleinwoord	winstpuntje	winstpuntjes

Zelfstandig naamwoord

het winstpunt o

1. wedstrijdpunt
2. voordeel, pluspunt

Antoniemen

• verliespunt, [2] minpunt

Gangbaarheid

• Het woord winstpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "winstpunt" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.