• dub·be·le·punt
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelepunt dubbelepunten
verkleinwoord - -

dubbelepunt v/m en o

  1. (taalkunde) een leesteken gevormd door twee boven elkaar geplaatste punten.
    • De dubbelepunt wordt gebruikt voorafgaand aan een opsomming, een toelichting of directe rede, en in technische notaties. 
    • De grootste steden van Nederland zijn: Amsterdam, Rotterdam, Den-haag en Utrecht.