• win·ter·punt
enkelvoud meervoud
naamwoord winterpunt winterpunten
verkleinwoord - -

het winterpunto

  1. (astronomie)de gebeurtenis waarbij de zon, vanuit de aarde gezien, de meest zuidelijke positie (de Steenbokskeerkring) bereikt
    • In 2007 was het winterpunt op 22 december, dat was de kortste dag van het jaar.