breedtegraad
- breed·te·graad
- samenstelling van breedte en graad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedtegraad | breedtegraden |
verkleinwoord | breedtegraadje | breedtegraadjes |
de breedtegraad m
- (astronomie)(aardrijkskunde) een cirkel op het aardoppervlak, parallel aan de evenaar, waarop alle punten met gelijke geografische breedte (noord of zuid) liggen
- Eindhoven en Londen liggen op dezelfde breedtegraad.
1. cirkel van gelijke geografische breedten
- Het woord breedtegraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "breedtegraad" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be