evenaar
- Geluid: évenaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈevəˌnar / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈevənar/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈevənar/
- IPA: / ˈevəˌnar / (3 lettergrepen)
- Geluid: evenáár (hulp, bestand)
- IPA: / ˌevəˈnar / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /evəˈnar/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /evəˈnar/
- IPA: / ˌevəˈnar / (3 lettergrepen)
- eve·naar
- évenaar: afgeleid van even met het achtervoegsel -aar, leenvertaling van Latijn aequator "die (de aarde) in gelijke delen verdeelt", in de betekenis van ‘equator’ aangetroffen vanaf 1585 [1] [2] [3]
- evenáár: evenaren ww zonder de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evenaar | evenaars |
verkleinwoord |
de évenaar m
- (aardrijkskunde) denkbeeldige cirkel die op een hemellichaam het noordelijk van het zuidelijk halfrond scheidt
- Bij het voor het eerst passeren van de evenaar werden passagiers aan boord van schepen met Neptunus geconfronteerd.
- (verouderd) dat wat gelijk van gewicht is, evenwicht [4]
- ..die den evenaar van de fransche en spaansche Mogentheden noode zagen overslaan. -- Hooft
1. denkbeeldige cirkel die op een hemellichaam het noordelijk van het zuidelijk halfrond scheidt
vervoeging van |
---|
evenaren |
evenáár
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evenaren
- Ik evenaar.
- gebiedende wijs van evenaren
- Evenaar!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evenaren
- Evenaar je?
- Het woord evenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evenaar" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ evenaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "evenaar" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weiland, P.Nederduitsch taalkundig woordenboek. (1807-1811)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be