Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Even
  • even
  • [bijvoeglijk naamwoord]: Het woord is algemeen Germaans [1]
  • [zelfstandig naamwoord]: Hebreeuws [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen evenevenerevenst
verbogen evenste
partitief evenseveners-

even [3]

  1. (wiskunde) deelbaar door twee (d.w.z. met een ander rond [3] getal als uitkomst)
    • De som van twee even getallen is weer een even getal. 
    • Een even aantal kun je in twee even grote delen verdelen. 
  2. egaal, effen, gelijk
    • Je kunt alleen bouwen als de grond even is. 
  • In de betekenis van ‘bijwoord van graad: in gelijke mate’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [4]

even

  1. zonder moeite of met slechts weinig moeite
    • Zet de stoel even recht. 
    • Ik heb die spelfout even verbeterd. 
  2. in korte tijd
    • Ik zou nou toch nog maar wel eens even goed nadenken! 
     "Dat wordt straks wel even wennen", zegt machinist Jos van der Veen tegen RTV Noord. Hij had gisteravond zijn laatste rit naar het "oude hoofdstation"". "Ik vind het mooi om een stukje spoorweggeschiedenis mee te maken, zowel aan het einde van iets of het begin van iets. Nu mag ik het einde meemaken, hartstikke leuk."[5]
     Net als de mogelijkheid om tijdelijk afstand te nemen van de constante druk in Amsterdam en even helemaal te doen waar ik zelf zin in had.[6]
  3. in dezelfde, gelijke mate
    • Dat is even goed. 
     Deze fabrikanten proberen elkaar flink af te troeven. "Er is echt een innovatie-oorlog gaande. Omdat er nu zo veel concurrentie is, probeert iedereen nieuwe functies in een auto te stoppen", zegt Van Dillen. Niet elke innovatie is volgens hem even geslaagd. "Veel van de nieuwe Chinese auto's hebben een waslijst aan innovaties waar mensen waarschijnlijk niet veel van zullen gebruiken."[7]
  4. een klein eindje
  5. amper, net, ternauwernood
    • Hij was een man van even dertig jaar. 
  6. versterkende toevoeging
    • Valt dat even mee! 

deevenv/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) steen
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]
  1. even op website: Etymologiebank.nl
  2. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  4. "even" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  5. Bronlink geraadpleegd op 10 mei 2025 Weblink bron “Station Groningen ruim twee maanden dicht vanwege verbouwing” (10 mei 2025), NOS
  6. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  7. Bronlink geraadpleegd op 24 april 2025 Weblink bron
    Aïda Brands
    “Chinese elektrische auto's booming in Europa ondanks heffingen” (24 april 2025), NOS
  8. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
stellend vergrotend overtreffend
evenmore evenmost even

even

  1. (wiskunde) even
    «An even number.»
    Een even getal.

even

  1. zelfs