• even·wel

evenwel

  1. luidt een beperking of (schijnbare) tegenstelling in
    • Dat is evenwel zonder toestemming van het bestuur niet toegestaan. 
    • Ik had alle goede diploma's voor de functie, evenwel ik kreeg de functie niet 
97 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]