Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • even·als
Woordherkomst en -opbouw

Voegwoord

evenals [1]

  1. net zo als
    • Deze man is evenals zijn vader een directeur van een groot bedrijf. 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen