equator

(rode lijn)

- equa·tor
de equator m
- (aardrijkskunde), (landmeetkunde) de denkbeeldige scheidslijn tussen het noordelijk en zuidelijk halfrond op aarde of op de hemelglobe
- Het vlak van de equator staat haaks op de aardas, midden tussen de polen. en strekt zich uit tot aan de hemelglobe.
- (biologie), (anatomie) de grens van het tandvlees
- De prothetische equator van de afzonderlijke tanden.
- Het woord equator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "equator" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "equator" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ equator op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be