Huidig
bestand
149
  • -a·tor
  • oorspronkelijk Latijnse uitgang [1]

-ator m

  1. ter vorming van mannelijke woorden betrekking hebbend op het instrument van de handeling of de persoon die de handeling verricht
    • vaak afgeleid door -eren van het werkwoord te vervangen, zoals defibrillator 
    • ook vaak rechtstreeks uit het Latijn, zoals imperator en senator 


Huidig
bestand
1
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / -ato:r / (de plaats van de klemtoon is afhankelijk van het hele woord)
  • -a·tor
  • Onteend aan het Latijnse achtervoegsel -ator

-ator, m

  1. Het achtervoegsel '-ator' staat voor een persoon die een bepaalde actie uitvoert of een specifieke functie heeft.
  2. In combinatie met het achtervoegsel '-isk' vormt het een bijvoeglijk naamwoord dat de eigenschap van een persoon volgens [1] kenmerkt.


Huidig
bestand
1
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / -ato:r / (de plaats van de klemtoon is afhankelijk van het hele woord)
  • -a·tor
  • Onteend aan het Latijnse achtervoegsel -ator

-ator, m

  1. Het achtervoegsel '-ator' staat voor een persoon die een bepaalde actie uitvoert of een specifieke functie heeft.
  2. In combinatie met het achtervoegsel '-isk' vormt het een bijvoeglijk naamwoord dat de eigenschap van een persoon volgens [1] kenmerkt.