communicator
- com·mu·ni·ca·tor
- naamwoord van handeling van communiceren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | communicator | communicators communicatoren |
verkleinwoord |
de communicator m
- iemand die uitstekend mensen kan informeren; iemand die uitstekend zijn ideeën kan verwoorden
- ▸ Oud-minister De Jager werd tweede in de verkiezing, die voor de tiende keer werd georganiseerd door het Radio 1 Journaal. De jury roemt hem als een "knappe communicator".[1]
- ▸ De overleden Muhammad Ali liet niet alleen als bokser een onuitwisbare indruk achter. Hij was ook een woordkunstenaar, een communicator en toonde zich met gevleugelde uitspraken een inspiratie voor velen.[2]
- (techniek) apparaat waarmee men informatie kan ontvangen en verzenden
- [2] telefoon
- [2] zakcommunicator
- Het woord communicator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Samsom politicus van het jaar” (16-12-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “Muhammad Ali, meer dan een bokser: de woordkunstenaar” (04-06-2016), NOS