equatoriaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: equatoriaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- equa·to·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | equatoriaal | equatorialen |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
- astronomische kijker, draaibaar om twee assen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | equatoriaal | equatorialer | equatoriaalst |
verbogen | equatoriale | equatorialere | equatoriaalste |
partitief | equatoriaals | equatorialers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
equatoriaal
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord equatoriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.