startpunt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- start·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van start ww en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | startpunt | startpunten |
verkleinwoord | startpuntje | startpuntjes |
Zelfstandig naamwoord
het startpunt o
- beginpunt, punt van vertrek
- ▸ Terwijl het startpunt van een open discussie zo simpel kan zijn. ‘We moeten’, zegt Çankaya, ‘publieke zaken niet zo persoonlijk maken.’[1]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord startpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "startpunt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Haro Kraak“Waarin zit toch de witte angst om over racisme te praten?” (5 juni 2020), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be