• con·cen·tra·tie·punt
enkelvoud meervoud
naamwoord concentratiepunt concentratiepunten
verkleinwoord

het concentratiepunto

  1. plaats of zaak waaraan men extra veel aandacht geeft
     Het kruispunt bij de koepelkerk van Raphael/Exodus gaat ingrijpend op de schop: het wordt een rotonde. Vanaf 23 april kan het verkeer er weer overheen. De reconstructie moet de veiligheid verbeteren: de kruising geldt namelijk als een verkeersongevallen-concentratiepunt. „Er gebeuren nog steeds teveel ongelukken”, aldus een woordvoerder van de gemeente.[2]
  2. plaats waar iets in een grotere dan gemiddelde dichtheid voorkomt
     Verviers, een stad van 56.000 inwoners ten oosten van Luik, staat bekend als concentratiepunt van geradicaliseerde moslims. Er zouden de afgelopen tijd mogelijk tien van hen naar Syrië zijn gegaan om daar voor Islamitische Staat of een andere extremistische moslimgroep te strijden. België staat bekend als een van de grootste leveranciers van jihadisten en Syriëstrijders.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Kruising wordt rotonde” (23-03-2017), Tubantia
  3.   Weblink bron “'België vreest aanslagen na nieuwe bedreigingen'” (16-01-2015), Tubantia