• con·cen·tra·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord concentratie concentraties
verkleinwoord - -

de concentratiev

  1. (scheikunde) sterkte van een oplossing
    • Wij gebruiken zwavelzuur in een hoge concentratie. 
    • De onderzoekers maakten de armen van de ster uit drie soorten polymeren, die ieder verschilden in hoe snel ze het medicijn afgaven. Zo was het mogelijk om van ieder afzonderlijk geneesmiddel de gewenste concentraties in het bloed bij te sturen. Daarnaast kan de dosis per middel gevarieerd worden door één of meer armen van de ster ermee te vullen.[1] 
  2. het de aandacht kunnen richten op één onderwerp zonder zich af te laten leiden
    • Voor het maken van een examen is een goede concentratie nodig. 
     Opperste concentratie in de coulissen van De Bond. Gespannen staan de leerlingen uit groep 8C van de basisschool Drie-eenheid maandagmorgen naar hun klasgenoten te kijken die op dat moment in de schijnwerpers staan. Als er al wat wordt gezegd, gebeurt dat op een fluistertoon die op de bühne niet te horen is.[2]
     Omdat ze moeite had om haar glimlach te onderdrukken, veinsde ze opperste concentratie tijdens het beoordelen van de verkeerssituaties.[3]
     Aan de motivatie mankeerde dus niets. Het was slechter gesteld met de concentratie.[4]
  3. samentrekking op één punt
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]
  1. NRC Sander Voormolen 10 januari 2018 Alle medicijnen in één pil
  2.   Weblink bron
    Redactie
    “Afscheidsmusical groepen 8 in stadstheater Oldenzaal” (11-07-2016), Tubantia
  3. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht  , ISBN 90-229-9182-2
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be