concentreren
- con·cen·tre·ren
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verenigen’ voor het eerst aangetroffen in 1777 [1]
- afgeleid van het Franse concentrer (met het voorvoegsel con- en met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
concentreren |
concentreerde |
geconcentreerd |
zwak -d | volledig |
concentreren
- overgankelijk centraliseren, op één plek samenbrengen
- Alle overheidsdiensten werden in één stad geconcentreerd.
- wederkerend zich ~ op één zaak toespitsen
- ▸ Concentreer je. Loop jezelf niet zo op te naaien! Op de beslissende momenten sta jij er gewoon.[5]
- ▸ Ik had al genoeg moeite om me te concentreren met een hoofd dat gonsde van vliegtuigen die opstegen in de winternacht om het bezette Noorwegen en de Duitse luchtmacht te passeren, mijn wedstrijdzwemmende vader, het overwinningsfeest op het Franse gezantschap toen mijn opa terugkwam als Franse diplomaat en al die andere dingen.[6]
- overgankelijk (scheikunde) het ontdoen van overtollig oplosmiddel van een oplossing
- De oplossing werd geconcentreerd door indamping onder voorzichtig verwarmen.
1. op één plek samenbrengen
2. zich ~ op één zaak toespitsen
- Het woord concentreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "concentreren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "concentreren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
- ↑ www.nu.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be