• ge·con·cen·treerd
vervoeging van: concentreren…
verbogen vorm: geconcentreerde

geconcentreerd

  1. voltooid deelwoord van concentreren
     Ik wreef mijn klamme handen droog aan mijn korte broek en stak mijn armen en wandelstokken wijd uit om als een trapezeartiest naar de overkant te balanceren, mijn blik geconcentreerd op de overkant.[1]
     Zo'n taalstudie zou ook op één plaats geconcentreerd moeten worden. "We kunnen nu op vijf plaatsen Duits studeren. Het is beter om de expertise te bundelen en het op één plaats goed te geven."[2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen geconcentreerd geconcentreerder geconcentreerdst
verbogen geconcentreerde geconcentreerdere geconcentreerdste
partitief geconcentreerds geconcentreerders -

geconcentreerd

  1. van een vloeistof dat er veel oplosmiddel (vaak water) is verwijderd zodat de hoeveelheid opgeloste stof per liter is toegenomen
    • Geconcentreerd salpeterzuur heeft een heel lage pH. 
  2. van de aandacht dat deze op een klein onderwerp is gericht
    • De geconcentreerde dammer had niet gezien dat zijn vriendin naast hem stond. 


100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron “Zorgen over teloorgang letterenstudies” (04-03-2015), NOS
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be