Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nauw·let·tend
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen nauwlettend nauwlettender nauwlettendst
verbogen nauwlettende nauwlettendere nauwlettendste
partitief nauwlettends nauwlettenders -

Bijvoeglijk naamwoord

nauwlettend

  1. met veel aandacht en heel precies
    • De verdachten werden nauwlettend door de politie in de gaten gehouden. 
     Bouwers van ijshotels in Scandinavië zullen de verrichtingen van de Nederlanders nauwlettend volgen. Die hotels, helemaal opgebouwd uit ijsblokken, hebben een beperkte grootte vanwege het gewicht van het ijs. Ze hopen met de Nederlandse constructiemethode veel meer kamers te kunnen bouwen waardoor de inkomsten stijgen.[1]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Studenten bouwen giga-ijskoepel” (Vrijdag 27 december 2013, 10:44), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be