puntje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- punt·je
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van punt zn met het achtervoegsel -je [1]
- [2] dim. tant., (verkorting) van puntbroodje, zo genoemd vanwege de vorm, die in de lengterichting puntvormig begint en eindigt [2]
[2] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | puntje | puntjes |
Zelfstandig naamwoord
het puntje o
Hyponiemen
- [1] aanknopingspuntje, aanvangspuntje, discussiepuntje, hoogtepuntje, lichtpuntje, mespuntje, minpuntje, nulpuntje
Uitdrukkingen en gezegden
- [1] als puntje bij paaltje komtwanneer het er echt op aankomt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord puntje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "puntje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be