setpunt
- set·punt
- samenstelling van set zn en punt zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | setpunt | setpunten |
verkleinwoord |
het setpunt o
- (sport) een punt dat setwinst oplevert als men het haalt in een wedstrijd met sets
- Via 10-18 kwam het bij 19-24 op setpunt. Sliedrecht Sport kwam nog twee punten terug, maar dankzij een succesvolle aanval van Daphne Knijff werd de set in Vroomshoops voordeel beslist, 21-25. [1]
- In de tweede set liet het duo Koolhof/Tsitsipas in de tiebreak op 6-3 drie setpunten op een rij onbenut. Ook op bij een 7-6-voorsprong was een setpunt niet aan het gelegenheidskoppel besteed. [2]
- Het woord setpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "setpunt" herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia Willem Korenromp 06-03-19 Eurosped verweert zich kranig, maar buigt voor Sliedrecht Sport
- ↑ Tubantia 30-03-19 Koolhof verliest dubbelfinale in Miami
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be