Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dub·bel·punt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelpunt dubbelpunten
verkleinwoord dubbelpuntje dubbelpuntjes

Zelfstandig naamwoord

dubbelpunt v / m / o

  1. een punt waarin iets meervoudig optreedt:
    1. (wiskunde) punt waar een kromme zichzelf doorsnijdt of raakt
    2. (wiskunde) punt van een oppervlak waarin aan dat vlak meer dan een raakvlak bestaat

Meer informatie

Gangbaarheid