knelpunt
- knel·punt
- samenstelling van knel ww en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knelpunt | knelpunten |
verkleinwoord | knelpuntje | knelpuntjes |
het knelpunt o
- moeilijk probleem dat nog niet geheel is opgelost
- Het groeiend gebrek aan technologisch talent is in Nederland een groot knelpunt, zo staat omschreven in het nieuwste rapport over de bekostiging van hoger onderwijs en onderzoek, dat afgelopen week werd aangeboden aan minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). [1]
- (transport) plek waar het verkeer regelmatig vast staat, verkeersknelpunt
- [2] flessenhals, bottleneck
1.
- Het woord knelpunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "knelpunt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia Arjan te Bogt 20-05-19 4 miljoen euro minder per jaar voor Saxion: ‘Onbegrijpelijk’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be