punthoofd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- punt·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van punt en hoofd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | punthoofd | punthoofden |
verkleinwoord | punthoofdje | punthoofdjes |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) hoofdvorm die men verkrijgt indien men te lang onderworpen is aan stress (vooral door kleine kinderen)
- Hou nou eens je waffel, ik krijg nog een punthoofd van je!
Gangbaarheid
- Het woord punthoofd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "punthoofd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be