mens
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mens
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘(m.) hoogst ontwikkelde wezen’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
- Het woord "mens" (Duits Mensch, Zweeds människa, Deens menneske) is een variant van "man" (Duits Mann, Engels man), die uiteindelijk teruggaat op een Indo-Europese stam *men-: "denken" of *me-: "meten". Deze stam treft men aan in Latijn mens, mentis: "geest, verstand" (vergelijk Engels mind), memoria: "geheugen, herinnering", Grieks menos: "geest", mnèmè: "geheugen", Sanskriet man-: "denken, geest". In het Oud-Indisch bestaat tevens Manu: "(oer)mens", modern Hindi manusha: "mens, man"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mens | mensen |
verkleinwoord | mensje | mensjes |
Zelfstandig naamwoord
mens
- m de (primaten) Homo sapiens , het zoogdier waar wij toe gerekend worden en dat zich door zijn rede en taal van de dieren onderscheidt
- o (pregnant), (pejoratief), (informeel) vrouw [1], meestal in ongunstige zin (omdat zij vervelend, lastig, raar e.d. is)
- Zij is een raar mens.
- Ach mens, doe toch eens normaal.
Antoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- aapmens, alfamens, ambachtsmens, avondmens, bankmens, barmens, beermens, beestmens, beleidsmens, beroepsmens, beveiligingsmens, boekenmens, boerenmens, bootmens, bosmens, brandweermens, buitendienstmens, buitenmens, burgermens, bètamens, cameramens, circusmens, clubmens, coronamens, cro-magnonmens, cultuurmens, cybermens, christenmens, dagjesmens, de mens is voor de mens een mens, denkmens, deugmens, diepvriesmens, diermens, doemens, doorsneemens, dwergmens, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Europese Hof voor de Rechten van de Mens, evenmens, fabrieksmens, familiemens, fatsoensmens, flexmens, geluidsmens, gemeenschapsmens, gemoedsmens, gevoelsmens, gewoontemens, gezelligheidsmens, Godmens, goedmens, holenmens, huismens, javamens, jodenmens, jongmens, justitiemens, kantoormens, karaktermens, kerkmens, kermismens, krachtmens, kropmens, kuddemens, manmens, mannenmens, marketingmens, massamens, medemens, mensenmens, middenmens, millenniummens, modelmens, moedermens, nachtmens, natuurmens, ochtendmens, oermens, oerwoudmens, olifantsmens, ondermens, onderwijsmens, paardmens, pekingmens, politiemens, prachtmens, prozamens, reclamemens, rechten van de mens, rotmens, slangenmens, sleurmens, sportmens, staartmens, stadsmens, stofmens, stuntmens, supermens, theatermens, tijgermens, timmermens, topmens, vakmens, veiligheidsmens, verstandsmens, verzetsmens, volksmens, vrouwmens, vuilnismens, walmens, wanhoopsmens, weermens, wegwerpmens, werkmens, wetenschapsmens, wondermens, zakenmens, zeemens, zegsmens, zendingsmens, zwemmens
Afgeleide begrippen
- mensapen
- allemenselijks, bemensen, de mens is voor de mens een mens, gewonemensentaal, grotemensachtig, grotemensenboek, grotemensenkost, grotemensenwereld, mens-erger-je-niet, mens-erger-je-nietspel, mens-wereldbeeld, mens-wereldbeschouwing, mens-zijn, mensaap, mensachtig, mensbeeld, mensbeschouwing, mensdag, mensdier, mensdom, menseigen, menselijk, mensenbaby, mensenbeeld, mensenbeen, mensenbelager, mensenbestaan, mensenbeul, mensenbloed, mensenbrein, mensendief, mensendochter, mensendodend, mensendorp, mensendrek, mensendrom, menseneten, mensenetend, menseneter, mensenfamilie, mensenfiguur, mensenfluisteraar, mensengedaante, mensengeest, mensengeheugen, mensengemeenschap, mensengeschiedenis, mensengeslacht, mensengestalte, mensengroep, mensengunst, mensenhaai, mensenhaar, mensenhaat, mensenhand, mensenhandel, mensenhandelaar, mensenhandels, mensenhart, mensenhater, mensenhersenen, mensenheugenis, mensenhoofd, mensenhuid, mensenhuis, mensenhulp, mensenjacht, mensenjager, mensenkant, mensenkenner, mensenkennis, mensenketting, mensenkind, mensenkluwen, mensenkracht, mensenkunde, mensenleed, mensenleeftijd, mensenleven, mensenlichaam, mensenlief, mensenliefde, mensenlijf, mensenlijk, mensenlof, mensenlot, mensenlucht, mensenluis, mensenluizen, mensenmaat, mensenmaatschappij, mensenmacht, mensenmassa, mensenmateriaal, mensenmenigte, mensenmens, mensenmin, mensenminnaar, mensenmond, mensenoffer, mensenoog, mensenpaar, mensenpakhuis, mensenpark, mensenplaag, mensenplicht, mensenras, mensenrecht, mensenredder, mensenroof, mensenschedel, mensenschuw, mensenschuwheid, mensensmokkel, mensensmokkelaar, mensensoort, mensenstad, mensenstem, mensenstroom, mensentaal, mensentocht, mensentroep, mensentype, mensenverachting, mensenverstand, mensenvlees, mensenvlo, mensenvrees, mensenvreter, mensenvriend, mensenwaarde, mensenwelzijn, mensenwereld, mensenwerk, mensenwijsheid, mensenwoord, mensenzee, mensenziel, mensenzoeker, mensenzoon, mensenzweet, mensfiguur, mensgericht, mensgerichtheid, mensgeworden, mensheid, menshoog, mensjaar, menskracht, menskunde, menslief, menslievend, mensonterend, mensonvriendelijk, mensonwaardig, mensopvatting, menspaard, menssoort, mensstier, menstype, mensuur, mensverbetering, mensvisie, mensvormig, mensvriendelijk, menswaardering, menswaardig, menswetenschap, menswezen, mensworden, menswording
Uitdrukkingen en gezegden
- de mens is voor de mens een mens
- De mens is [voor] de mens een wolf
Mensen doen elkaar onprettige dingen aan
- De mens wikt, maar God beschikt
De mensen maken allerlei plannen, maar het is niet aan hen of dat ook gebeurt
- Een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest
- Een mens zijn zin, is een mens zijn leven
Stoett-2654 [3]
- Een brutaal mens heeft de halve wereld
Iemand die wat durft te zeggen krijgt het meestal wel voor elkaar
- Een gewaarschuwd mens telt voor twee
Iemand die vooraf weet wat er fout kan gaan moet zich er maar op voorbereiden
- Kinderen en dronken mensen zeggen de waarheid
Stoett-1145 [4]
- Stukken van mensen (kosten)
Heel veel geld (heel veel kosten)
- Van brood alleen kan de mens niet leven
Stoett-370 [5]
Verwante begrippen
Vertalingen
1. de Homo sapiens, het zoogdier waar wij toe gerekend worden
Gangbaarheid
- Het woord mens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mens" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[6] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "mens" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ www.dbnl.org
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Zelfstandig naamwoord
mens v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | mens | mentēs |
genitief | mentis | mentium |
datief | mentī | mentibus |
accusatief | mentem | mentēs |
vocatief | mens | mentēs |
ablatief | mente | mentibus |
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
mens
- (primaten) mens; het zoogdier waar wij toe gerekend worden en dat zich door zijn rede en taal van de dieren onderscheidt
Schrijfwijzen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- mens
Woordherkomst en -opbouw
- Voegwoord: Afkomstig van het Oudnoorse woord meðan
- Zelfstandig naamwoord: Verkorting van het Noorse zelfstandige naamwoord menstruasjon
Naar frequentie | 377 |
---|
Voegwoord
mens
- terwijl
- «Lær spansk mens du jobber.»
- Leer Spaans terwijl je werkt.
- «Lær spansk mens du jobber.»
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mens | mensen | mens menser |
mensene |
genitief | mens' | mensens | mens' mensers |
mensenes |
Zelfstandig naamwoord
mens, m
- (medisch), (informeel), (afkorting) menstruatie, ongesteldheid
Uitdrukkingen en gezegden
- få mensen
de ongesteldheid krijgen
- ha mensen
de ongesteldheid hebben
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- mens
Woordherkomst en -opbouw
- Verkorting van menstruasjon
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | mens | mensen | mensar | mensane |
Zelfstandig naamwoord
mens, m
- (medisch), (informeel), (afkorting) menstruatie, ongesteldheid
Uitdrukkingen en gezegden
- få mensen
de ongesteldheid krijgen
- ha mensen
de ongesteldheid hebben
Veluws
Zelfstandig naamwoord
mens
- (primaten) mens; het zoogdier waar wij toe gerekend worden en dat zich door zijn rede en taal van de dieren onderscheidt