mensen
- Geluid: mensen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmɛnsə(n) / (2 lettergrepen)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈmɛn.sə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmɛn.sə(n)/
- men·sen
de mensen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord mens.
- ▸ Slechts vier mensen, waaronder ik, hadden microspikes voor onder hun schoenen.[1]
- Het woord mensen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mensen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
mensen
- meervoud van mense
- men·sen
mensen m
- nominatief bepaald enkelvoud van mens
mensen
- meervoud van mense