Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mens·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen mensvormig mensvormiger mensvormigst
verbogen mensvormige mensvormigere mensvormigste
partitief mensvormigs mensvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

mensvormig

  1. vorm van een mens hebbend
    • Het lijkt uiterst onwaarschijnlijk dat op andere planeten mensvormige wezens bestaan. 

Gangbaarheid