• ho·len·mens
enkelvoud meervoud
naamwoord holenmens holenmensen
verkleinwoord

de holenmensm

  1. (geschiedenis) (persoon) iemand die in een hol woont en gekleed is in beestenvellen, met name de holbewoners uit de ijstijd
    • Het land wordt heel anders. We zijn nog niet klaar met het communisme. Maak u geen illusies. De wereld ook niet. De mens zal altijd van een Zonnestaat dromen. Als holenmens in beestenvellen verlangde hij al naar rechtvaardigheid. Denk aan de Sovjet-liederen en de Sovjetfilms. Wat een droom! Wat een geloof! Een Mercedes is geen droom... [1] 
    • Ja. Een van onze filmproducenten is al begonnen aan een fascinerende documentaire over de autochtone holenmens.' `Het zijn geen holenmensen.' `Ze zien eruit als holenmensen.' ` Wonen ze in holen dan?' `Eh...' `Ze wonen in hutten.' ` Misschien worden hun holen net gerenoveerd,' riep een grapjas uit het publiek. [2]  
  1. Aleksievic, Svetlana Aleksandrovna
    2015 Het einde van de rode mens vertaald door Jan Robert Braat 2015 ISBN 978-90-234-9802-5 pagina 169
  2. Adams, Douglas
    Hitchhiker's Guide deel twee van drie Het restaurant aan het einde van het heelal 2010 ISBN 978-90-225-5612-2 pagina 191