• nacht·mens
enkelvoud meervoud
naamwoord nachtmens nachtmensen
verkleinwoord - -

de nachtmensm

  1. iemand die het prettig vind om pas laat in de nacht te gaan slapen
  • avondmens (met meer nadruk op het nog in de avond actief zijn, dan op het laat gaan slapen)
  • nachtbraker (met de ondertoon dat het beter zou zijn eerder naar bed te gaan)
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be