• men·sen·ge·daan·te
enkelvoud meervoud
naamwoord mensengedaante mensengedaantes
mensengedaanten
verkleinwoord

de mensengedaantev

  1. iets dat geen mens is maar wel de uiterlijke vorm van een mens heeft
     Hij noemt terreurverdachte Breivik verder een „monster in mensengedaante” die zijn daad goed zou hebben voorbereid met onder meer een manifest.[2]
     De andere uitleg stelt dat de zonen Gods engelen of geesten zijn die in mensengedaante op aarde verschijnen en huwen met aardse vrouwen.[3]
     Was Harald ronduit slecht, een duivel in mensengedaante die je zijn eigen ondergang tegemoet moest laten gaan? Een gruwelijke gedachte, maar als je je gedachten de vrije loop liet kon er van alles bovenkomen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nederlands interview in manifest Breivik” (25-07-2011), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron
    Prof. dr. M. J. Paul
    “„Zonen Gods” inderdaad geen nakomelingen Seth” (24-12-2013), Reformatorisch Dagblad
  4. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691