mensenliefde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- men·sen·lief·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mensenliefde | mensenliefdes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- de liefde die men voelt voor de (mede)mens
- ▸ Ernst had te doen met de dames en heren van Lotus, die zoveel vakkundigheid en precisie en mensenliefde in hun werk hadden gelegd.[2]
- ▸ De zes harige bewoners van kattencafé Ditjes & Katjes in de Piet Heinstraat zijn in het Haags Dierencentrum geselecteerd op hun mensenliefde. Dieren die in de stress schieten van volk gedijen immers niet in een lunchroom.[3]
Synoniemen
Vertalingen
1. de liefde die men voelt voor de (mede)mens
Gangbaarheid
- Het woord mensenliefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron “Kroelen bij opening nieuw kattencafé in Den Haag” (11 jan. 2017), Tubantia