Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weer·mens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord weermens weermensen
verkleinwoord weermensje weermensjes

Zelfstandig naamwoord

de weermensm

  1. (beroep) (meteorologie) iemand die op televisie/radio in een weerbericht vertelt wat voor weer het gaat worden in de komende dagen
    • Het is volgens Peeters niet moeilijk om dat weer door te trekken naar het klimaat. Naast de app heeft ze ook een internationaal samenwerkingsverband van weermensen: Climate Without Borders. "Het moet al die weermannen en -vrouwen een ruggensteuntje geven waardoor ze hun mond durven opentrekken." [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen