Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·mens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord barmens barmensen
verkleinwoord barmensje barmensjes

Zelfstandig naamwoord

de barmensm

  1. (beroep) iemand die achter de bar staat en drankjes voor de gasten inschenkt
    • Een flinke uitdaging is volgens de voorzitter 'de personele bezetting' en Rose van den Berg, die al jaren de werkgroep vrijwilligers aanstuurt, beaamt dit. ,,We hebben zo'n 650 vrijwilligers nodig en al zijn de meesten trouw, er valt meestal toch zo'n 10 procent af. Met name in de de horecagroep en we kunnen dan ook vooral extra barmensen gebruiken. Het komt altijd goed, maar hoe meer mensen hoe beter. Want de consequentie van weinig barmensen is dat deze harder moeten werken en korter kunnen pauzeren. Ook zijn er nog wat handige handjes in de bouw nodig’’ [1] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen