zegsmens
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zegs·mens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegsmens | zegsmensen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) persoon die in naam van een organisatie of een persoon het woord voert
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zegsmens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zegsmens" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be