moto
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | moto | moto's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de moto m
- (verkeer) motorvoertuig op twee wielen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord moto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "moto" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Becuwe, E.geciteerd in:Ryckeboer, H."Willem Pée en Frans-Vlaanderen" in: De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. jrg. 14 (1989) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem; ISBN 9070831236; p. 42; geraadpleegd 2019-01-12
- ↑ Loveling, V. (ed. B. Van Raemdonck)"23 september 1915" in: In oorlogsnood. (2007) op website dbnl.org; p. 314; geraadpleegd 2019-01-12
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Zelfstandig naamwoord
moto v
Lingala
enkelvoud | meervoud |
---|---|
moto 1 | bato 10 |
Zelfstandig naamwoord
moto, bato 1
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- mo·to
enkelvoud | meervoud |
---|---|
moto | motos |
Zelfstandig naamwoord
moto v