motorfiets
- Geluid: motorfiets (hulp, bestand)
- mo·tor·fiets
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘tweewielig motorvoertuig’ voor het eerst aangetroffen in 1902 [1]
- samenstelling van motor en fiets [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | motorfiets | motorfietsen |
verkleinwoord | motorfietsje | motorfietsjes |
- (verkeer) een gemotoriseerd voertuig op twee of drie wielen (met een cilinderinhoud groter dan 50 cc indien het een verbrandingsmotor betreft)
- ▸ In Tain l'Hermitage wordt elk jaar zo'n file nagebootst met klassieke voertuigen. Vaak dragen chauffeurs en passagiers kleding uit de jaren vijftig en zestig, terwijl ze begeleid worden door gendarmes in originele uniformen, op klassieke motorfietsen. Van levensader tot nostalgisch themapark, een zwartkijker zou in de Nationale 7 een metafoor voor Frankrijk kunnen zien.[3]
1.
- Het woord motorfiets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "motorfiets" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "motorfiets" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ motorfiets op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Peter Giesen“Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be