WikiWoordenboek:Taal van Stijn Streuvels/g
g (deel 1)
bewerken- gaaibollen
- gaaipertse
- gaan
- gaandeweg
- gaanmande
- gaanpad
- gaans
- gaapmuil
- gaar
- gaatte
- gabbe
- gabberen
- gader
- gading(e)
- gadomme
- gakkelen
- galbe
- galgeboon
- galgejong
- galgestake
- galmroep
- galmslag
- galmzang
- gang
- ganger
- gangske
- gardevil
- garelen
- garen
- garendraad
- garenspan
- garfhoop
- gasteren
- gastgeschenk
- gastgever
- gasthalle
- gastkamer
- gastok
- gastwaard
- gastwaardin
- gat
- gatig
- gauwte
- gavers
- gavig
- gazet
- gazettenventer
- geaai
- geaard
- geappeld
- gebaard
- gebaren
- gebarens
- gebarenspel
- gebedstapijt
- gebedszang
- gebekt
- gebeurel
- gebeurlijkheid
- gebezen
- gebijt
- gebitschudder
- gebleet
- geblind
- geblokt
- geblomd
- gebod
- geboemel
- geboerte
- geboogd
- geboortedagskind
- geboortegrot
- geboortenest
- gebrekelijk
- gebroederlijk
- gebronk
- gebruik
- gebruiksmiddel
- geburen
- geburin
- gebuurd
- gebuurgat
- gebuursgezin
- gebuurte
- gebuurvolk
- gebuurvrouw
- gebuurwijf
- gecribleerd
- gedaagd
- gedaagdheid
- gedaakt
- gedaanteloos
- gedacht
- gedachtengreep
- gedachtenkamer
- gedachtenstorm
- gedenken
- gedenkenis
- gediend
- gedijen
- gedoe
- i. gedoen
- ii. gedoen
- gedoente
- gedoezig
- gedoezigheid
- gedogen
- gedoken
- gedokker
- gedommel
- gedonkerd
- gedoogzaam
- gedragenheid
- gedrom
- gedroom
- gedroomsel
- gedrum
- geduldsproef
- geelbekorst
- geelglad
- geelgouden
- geelharig
- geelhuidig
- geelogig
- geelpinkend
- geelstrooien
- geelvlekkend
- geelzijden
- geematieerd
- geepileerd
- geern(e)
- geestdrijver
- geestesgesteltenis
- geestesspel
- geestesvoedsel
- geesteswerk
- geestig
- geestijver
- geestkrachtig
- geestverdoving
- geeuwlucht
- gefasel
- geflits
- gefoezel
- gegeerd
- gegek
- gegiegel
- gegorgel
- gegraand
- gegroei
- gehaard
- gehand
- gehandig
- gehandzaam
- gehandzamig
- gehavig
- geheelheid
- geheimdrager
- geheimvol
- geheimzinniglijk
- gehoopt
- gehereld
- gehoorgreep
- gehoorzaamsplicht
- gehorig
- gei
- geirnde
- geitendoening
- geiteneten
- geitenhok
- geiteten
- gekeursd
- gekkebekken
- gekkendans
- gekleun
- geklir
- gekoepeld
- gekoester
- gekoterd
- gekriep
- gekrookt
- gekruind
- gekruisdreefd
- gekscheerderij
- gekuit
- gelaag
- gelaatslijn
- gelage
- gelaglawaai
- gelagzaal
- geland
- gelaten
- geldbeugel
- geldgierig
- geldhond
- geldhonger
- geldkostend
- geldoffer
- geldspel
- geldwaarde
- geldweeldig
- geldweerde
- geldwinner
- geldwinst
- geleden
- geleed
- geleersd
- gelegenheidsklucht
- geleid
- geleidsman
- gelekt
- gelent
- gelet
- gelierlauw
- gelijk
- gelijkgaand
- gelijkgehouden
- gelijkgekleed
- gelijkig
- gelijkstaps
- gelijkstemmig
- gelijkstierend
- gelijkvloeiend
- gellen
- geloop
- geluchte
- geluchten
- geluksbidder
- geluksding
- gelukseinde
- geluksgroet
- gelukslag
- gelukslente
- gelukslicht
- geluksmare
- geluksmeet
- geluksmirakel
- geluksschip
- geluksstilte
- gelukstemming
- gelukstijd
- gelukstover
- gelukstraan
- geluksvisioen
- gelukszak
- gelukwenser
- gelukziek
- gelust
- gelutter
- geluw
- geluwbruin
- geluwgetaand
- geluwgroen
- geluwgoud
- gemeens
- gemeenstig
- gemeenstigheid
- gemeentebestuurder
- gemeentegerecht
- gemeentehuisbaas
- gemeenteland
- gemeenteoverste
- gemelijk
- gemetenheid
- gemeubel
- gemeumel
- gemin
- i. gemoed
- ii. gemoed
- gemoedeloos
- gemoedsding
- gemoedsgeheim
- gemoedsontroering
- gemoet
- gemoeten
- gemokkeld
- gemooid
- gemoos
- genadelijk
- genadig
- genei
- generen
- generig
- geneuchte
- geneuglijk
- geneugtelijk
- geneugtig
- geneuk
- geniepig
- genode
- genoegte
- genoegzaam
- genstbloei
- geometriek
- gepakwagen
- gepijnd
- gepikkel
- gepink
- gepinkel
- gepoender
- gepoer
- geprazel
- geraaktheid
- geraamteklauw
- geraamtemager
- geradig
- gerakerooi
- gerechten
- gerecluseerd
- gereden
- i. gereed
- ii. gereed
- gereedgeschoteld
- gereedschap
- gerekend
- geren
- gereuveld
- geribbel
- gerid
- gerief
- gerieken
- gerieven
- gerijd
- gernde
- gerooite
- ger(re)
- gerrebekken
- gerrebenen
- gerregekken
- gerrekelen
- gerren
- gerrepuid
- gers
- gersfak
- gersgroen
- gerskant
- gerspeerd
- gerspijl
- gersrul
- gersrunsel
- gerstesap
- gerswegel
- gerszee
- gerszoom
- geruchteloos
- geruimig
- gerul
- gerust
- gerustigheid
- gerzeke
- gerzing
- geschaaier
- gescheed
- gescheid
- gescheuteld
- geschorm
- geschreep
- geschudder
- geselwind
- gesibbe
- gesibbehoede
- gesippe
- geslachten
- gesletenheid
- geslepen
- gesleur
- gesmakelijk
- gesnarig
- gesnatel
- gesnebber
- gesnoek
- gespan
- gesparig
- gespeel
- gespekeld
- gesplitst
- gesplitsheid
- gespokker
- gesporrig
- gespraakzaam
- gespraakzaamheid
- gesprakig
- gesproet
- gesrul
- gestaat
- gestaatheid
- gestadigaan
- gestadigheid
- gestamd
- gestatigheid
- gestekt
- gesteld
- gestippel
- gestoeld
- gestopen
- gestraal
- gestraft-eetmaal
- gestrekt
- gestruik
- gestuikt
- gesubbel
- getamp
- geterde
- geterte
- geterteput
- getienen
- getieren
- getij(de)
- getijdelijk
- getikkeld
- getink
- getintsel
- getjierp
- getjink
- getrek
- getrokken
- gette
- getuig
- getuigbrief
- getuit
- getweeder
- getweeën
- geulvoor
- geute
- gevaarte
- gevaartenis(se)
- gevang
- gevarenis
- gevelhoek
- gevelwand
- geven
- gevierd
- gevieren
- gevierig
- gevlerkt
- gevloktekend
- gevoegelijk
- gevoegzaam
- gevoelsreden
- gevoelsuitbarsting
- gevolgenlijk
- gewaai
- gewag
- gewagen
- gewand
- gewangd
- gewarig
- geweefsel
- geweerkardoes
- geweldigaard
- gewerden
- gewestrichting
- gewetensdrang
- gewetensbekommernis
- gewetensnauw
- gewetensonrust
- gewetensrechter
- gewier
- gewilligen
- gewimpel
- gewolkt
- gewolkte
- geworden
- gewroetsel
- gezaaisel
- gezaansel
- gezagpunt
- gezamenlijkheid
- gezegsel
- gezellen
- gezelschappen
- gezelsman
- gezessen
- gezet
- gezeten
- gezever
- gezichtsvorm
- gezien
- gezinder
- gezondmakend
- gezondmenselijk
- gezonnevlekt
- gezwoorne
- ghandig
- ghartig
- g'hertig
- gho
- ghoopt
- ghummen
- giegelgaaien
- gieroog
- gierstebrij
- giftenzak
- gijlder
- gilder
- gildig
- gilkreet
- gillen
- ginnegabben
- gispen
- gistpot
- gisttobbe
- glaber
- gladblauw
- gladbruin
- gladgeel
- gladgevrozen
- gladschuivend
- gladspiegelig
- glanstreep
- glaren
- glarien
- glarieogen
- glasjuweel
- glasschijf
- glazuurwit
- gleier
- gleieren
- gleiergerief
- gleiertikken
- gleierwerk
- i. glets
- ii. glets
- gletsen
- gletsnat
- gletsrond
- gleufberm
- glim
- glimmig
- glimnet
- glimschemer
- glinsterbaan
- glinsterdelen
- glinsterdruppel
- glinsterkristal
- glinsterlichten
- glinsternieuw
- glinsterschilfer
- gloedlicht
- gloedvol
- gloei
- gloeibol
- gloeilicht
- gloeiperel
- gloeirood
- gloeistraal
- gloeizomer
- gloeizon
- glokken
- gloriazang
- glorie
- gloriegang
- gloriekoepel
- gloriepoort
- glorieportaal
- glorierit
- glorieschijn
- glorieschip
- gloriesleep
- gloriestad
- glorievaan
- gloriezang
- gloriezon
- go
- goddelijks
- goddommelijk
- goddorie
- godengaarde
- godenhamer
- godenlach
- godome
- godomme
- godorie
- gods
- godsdeel
- godsijver
- godsklop
- godswagen
- godswil
- godswoud
- godtergend
- godverdomme
- godverhemels
- godvruchtiglijk
- goedbewaard
- goedgeaard
- goedgeestig
- goedgegund
- goedgelovigheid
- goedgezapig
- goedgezeten
- goedgezind
- goedjeugdig
- goed-kome-'t uit
- goedloos
- goeds
- goedsheugig
- goedsjeugdig
- goedsmoedig
- goedsullig
- goedzien
- goedzitten
- goedzittend
- goêloos
- goest(e)
- goesting
- goeze
- goleke
- goletje
- glofbaar
- golferen
- golfgekluts
- golfgelijn
- golfheuveling
- golflijn
- golvenspel
- goochelrune
- goor
- goorduivel
- goorput
- gorgelsmeet
- gothieker
- goudbeglansd
- goudbekronkeld
- goudbad
- goudbestikt
- goudbewimperd
- goudblinkend
- goudbrand
- goudbundel
- gouddoorstraald
- goudegeld
- goudewerk
- goudgebekt
- goudgeblest
- goudgeborduurd
- goudgeluw
- goudgerankt
- goudgestriemd
- goudgetikkeld
- goudgevimd
- goudgevlimd
- goudglanzend
- goudgloei
- goudgruis
- goudkleister
- goudkleisterend
- goudklontering
- goudkogel
- goudlicht
- goudmunt
- goudomvatting
- goudpapieren
- goudpoeiering
- goudprentsel
- goudpulver
- goudregen
- goudrood
- goudros
- goudrots
- goudschijn
- goudschilfer
- goudschuim
- goudspiets
- goudspiraal
- goudstrostaal
- goudtint
- goudveugel
- goudvluwe
- goudweefsel
- gouwheer
- gouwleger
- grabbelzucht
- gracht
- grachtbodem
- grachtzoom
- gramelen
- gramte
- grasbende
- grasbodem
- grasfak
- grasklokje
- grasklomp
- grasoever
- grasschrode
- grassprietel
- grasstruik
- graswegel
- graswei
- graszee
- graszoom
- grauwdonker
- grauwklaarte
- grauwogen
- grauwrood
- grauwstralend
- grauwvellig
- gravenkamer
- grazeveld
- grazing
- greetlachen
- grei
- greien
- greis
- gremnet
- grendelijzer
- grensgewest
- greppe
- greppel
- griebelen
- griete
- grijbelen
- grijmelen
- grijnsmasker
- grijnsmond
- grijnsmonkel
- grijnsmonkelen
- grijnspotten
- grijpal
- grijparm
- grijpelijk
- grijphand
- grijphoogte
- grijpklauw
- grijptang
- grijpteken
- grijsblond
- grijsbochtig
- grijseling
- grijskleurig
- grijsrood
- grijsstenen
- grilsprong
- grimsel
- grimselbrok
- grimzwart
- grinzelen
- grobbelen
- grobbeling
- groede
- groeite
- groeitijd
- groenbek
- groenbemosd
- groengetint
- groengetopt
- groenglanzend
- groenlaken
- groenland
- groensel
- groenselhof
- groenselkar
- groenseltuin
- groenselveld
- groentenleurder
- groenwendig
- groetroep
- groetzwenk
- groeze
- groezekop
- groezevuur
- groffel
- groffelen
- grofgekousd
- grofgemetseld
- grofgeschonkt
- grofweg
- grol
- groldreun
- grolgrof
- grollachen
- grolpot
- grommelen
- grommelvloek
- gromwoord
- grondelijk
- grondewaards
- grondgevoel
- grondheidens
- grondlijn
- grondreden
- grondrijk
- grondstaaf
- grondstelsel
- grondvast
- grootbroer
- grootdoenerig
- grooternstig
- grootopen
- grootrond
- grootspel
- grootvolk
- grootwijd
- grootziener
- grouwelijk
- gruisdik
- gruisdood
- gruislament
- gruiswater
- gruiszaad
- gruizelbotsen
- gruw
- gruwachtig
- gruwelhuiver
- gruwenis
- gruwhuivering
- guipure
- gulder
- guldsel
- gulzig
- gutt
- gutten
- guwen
- gymnasiast
- gyptendeerne
- gyptenjongen
- gyptenkerel
- gyptenmeid
- gyptenmeisje
- gypten-volk
- gyptenvrouw