godverdomme
- Geluid: godverdomme (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɔtfərˌdɔmə / (4 lettergrepen)
- god·ver·dom·me
- In de betekenis van ‘tussenwerpsel: vloek’ voor het eerst aangetroffen in 1874 [1]
- Waarschijnlijk een lichte vervorming van God verdoeme mij: moge God mij (tot de hel) verdoemen, dus een vloek door de spreker over zichzelf uitgeroepen. Volgens een alternatieve verklaring betreft het geen zelfverwensing en komt dit simpelweg van God verdoeme, waar bijvoorbeeld u bij moet worden gedacht.[2]
godverdomme
- (krachtterm) een grove vloek die boosheid of sterke verontwaardiging uitdrukt
- Wel godverdomme! Doe je wel even normaal alsjeblieft?
1. een grove vloek die boosheid of sterke verontwaardiging uitdrukt
- Het woord godverdomme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "godverdomme" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "godverdomme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ GODVERDOMME (TUSSENWERPSEL), etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be