• kracht·term
enkelvoud meervoud
naamwoord krachtterm krachttermen
verkleinwoord krachttermpje krachttermpjes

de krachttermm

  1. woord of uitdrukking, vaak in de vorm van een vloek of schuttingwoord, dat emotionele kracht bijzet aan de uiting, ook als versterkend bijwoord of bijvoeglijk naamwoord.
    • De dronken zeeman grossierde in de kleurrijkste krachttermen. 
96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[2]