term
- term
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitdrukking’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | term | termen |
verkleinwoord | termpje | termpjes |
de term m
- een woord of uitdrukking met een bepaalde betekenis
- Je moet zorgen dat je de technische termen in je tekst verklaart.
- ▸ Sommige hikers halen hun neus op voor het feit dat ik in hun ogen geen echte thru-hiker ben.’ (‘Thru-hike’ is de term die wordt gebruikt voor een langeafstandswandeling, zoals de PCT, die binnen één kalenderjaar een bepaald land geheel doorkruist.[3]
- elk van de getallen in een wiskundige reeks
- De elementen van de reeks zijn de termen van de reeks.
1. een woord of uitdrukking
- Het woord term staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "term" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "term" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ term op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
term | terms |
term
- IPA: /tɛrm/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | term | 1, 2: termen 1: terms |
verkleinwoord | termke | termkes |
term g