• eind·term
enkelvoud meervoud
naamwoord eindterm eindtermen
verkleinwoord - -

de eindtermm

  1. beschreven resultaat dat als doel van een ontwikkeling of opleiding
    • De minister is blijkbaar niet op de hoogte van het feit dat zij middels eindterm 166 het onderwerp schepping naast de evolutietheorie in het havo/vwo biologieonderwijs verplicht heeft gesteld. [2]
    • Het aantal van 8 Albums is nu tot 35 geklommen, en de aanvang der 18de eeuw tot eindterm gesteld. [3]
96 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]