verontwaardiging
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verontwaardiging (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /və.rɔn.ˈtʋar.də.χɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /və.rɔn.ˈtβ̞ar.də.ɣɪŋ/
- (Limburg): /vɛr.ɔnt.ˈwar.di.ɣɪŋ(g)/
Woordafbreking
- ver·ont·waar·di·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verontwaardigen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verontwaardiging | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
verontwaardiging v
- boosheid.
- De verontwaardiging was groot bij die vrouw nadat ze opgelicht was.
- ▸ De lakse aanpak om het virus in bedwang te houden heeft zowel lof als verontwaardiging gekregen. Critici beschuldigen de Zweedse autoriteiten van het gokken met het leven van burgers door geen strenge maatregelen op te leggen. Maar de gezondheidsautoriteit hield lange tijd vol dat haar aanpak op de lange termijn duurzaam is.[1]
Vertalingen
1. boosheid
Gangbaarheid
- Het woord verontwaardiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "verontwaardiging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Brein achter omstreden Zweedse coronastrategie geeft fouten toe” (03-06-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be